31-08-2020 | Ecologie
Momenteel zijn onze ecologen druk bezig met onderzoek naar vleermuizen. Omdat het nacht actieve dieren zijn, hebben onze ecologen zich daarom gedurende de zomer aangepast aan het ritme van de vleermuis en zijn ze zelf ook nachtdieren geworden. Door met name nét na zonsondergang en nét voor zonsopkomst goed op te letten, kunnen verblijfplaatsen van vleermuizen ontdekt worden. De vleermuizen verlaten en betrekken dan namelijk hun verblijfplaats. Afhankelijk van de soort verblijven vleermuizen in een boom zijn of in een gebouw. In bomen worden (ingerotte) holten, scheuren of loshangende bast gebruikt als verblijfplaats. In gebouwen kan dit variëren van de ruimte in de spouwmuur, onder dakpannen of loodlapjes, een ijskelder tot een kerkzolder.
Alle soorten vleermuizen die in Nederland kunnen voorkomen (zo’n 21), worden beschermd conform de Wet natuurbescherming. Ook hun verblijfplaatsen en leefgebied vallen onder deze bescherming. Doordat huizen tegenwoordig beter geïsoleerd worden, blijven er steeds minder kieren en gaten over voor vleermuizen om in te verblijven. Wanneer een verblijfplaats van vleermuizen verdwijnt door werkzaamheden, moeten dan ook compenserende maatregelen worden getroffen.
Compenserende maatregelen kunnen worden getroffen door bijvoorbeeld het ophangen van alternatieve verblijfplaatsen in de vorm van vleermuiskasten. Vleermuiskasten variëren in grootte en vorm en materiaal, afhankelijk van de functie die ze moeten vervullen en de vleermuissoort. Zo zijn er kleine kasten waar een paar vleermuizen in passen tot hele grote kasten waar een hele kraamkolonie in past met jongen en zogende vrouwtjes! Tegenwoordig zijn er zelfs verwarmde kasten te verkrijgen. De kasten hebben een opening aan de onderkant, waar de vleermuizen in en uit kunnen vliegen.
Na het uitvliegen, net ná zonsondergang, vertrekken de vleermuizen naar het foerageergebied waar ze jagen op allerlei vliegende insecten. Het foerageergebied kan in de buurt van de verblijfplaats liggen of een stukje verderop. Vaak zijn het plekken met water en veel vegetatie, waar insecten graag zitten. Met behulp van echolocatie, dat niet hoorbaar is voor het menselijk oor, vangen zij muggen, motjes en vliegen. Elke vleermuissoort neemt hierbij zijn eigen niche in het voedselweb in. Zo zijn er vleermuizen die vlak boven het water jagen, vleermuizen die rondom en tussen de bomen jagen en vleermuizen die het open luchtruim verkiezen. De meeste vleermuizen vangen hun prooi in de lucht met behulp van hun staart. Wanneer de prooi vlakbij is, scheppen ze bijvoorbeeld het motje met hun staart op waarnaar ze zichzelf bijna dubbelvouwen om de prooi uit hun ‘staartkommetje’ op te eten. En dat doen ze allemaal mid-air!
De gewone en bruine grootoorvleermuizen hebben een andere techniek bedacht. Hun lievelingsmotje kan namelijk het hoogfrequente geluid horen waarmee vleermuizen jagen . De mot laat zich vallen zodra de vleermuis te dichtbij komt. Stilzittend op bijvoorbeeld een blaadje valt hij daarnaast veel minder op voor een vleermuis die met behulp van echolocatie jaagt. De grootoorvleermuis maakt daarom niet alleen gebruik van echolocatie. Met zijn gigantische oren kan hij de kleinste bewegingen van een mot horen! Wanneer de mot dus even achter z’n oor krabt, kan hij zomaar ineens verorberd worden door een grootoorvleermuis.
Vleermuizen zijn interessante dieren die een belangrijke rol binnen de natuur vervullen. Wij mensen hebben daar ook baat bij, omdat ze bijvoorbeeld de muggenpopulatie in stand houden. Er is echter nog veel onbekend over vleermuizen. Onderzoek is en blijft daarom belangrijk. Want hoe meer we weten over het dier, hoe beter we ze kunnen beschermen.
Meer weten over vleermuisonderzoek? Stuur Jan Janse een bericht